Wat zijn de verschillen tussen de drie modellen?
CEGOIA en het Vesta MAIS zijn beide ruimtelijke energie optimalisatie modellen. De optimalisatie is gebaseerd op kosten-baten berekeningen. Dit houdt in dat de modellen de uitkomst per buurt bepalen aan de hand van de meest economisch aantrekkelijke technologie, terwijl rekening gehouden wordt met technische en ruimtelijke restricties. Echter, de berekening achter de optimalisatie verschillen tussen de modellen (verschillende uitgangspunten en aannames). Voor meer uitleg over de modellen zie de website van CE Delft en PBL.
Het Energietransitiemodel (ETM) werkt met een module waarmee op basis van de rekenregels per buurt een voorkeurstechnologie bepaald wordt. Bij de berekening van de voorkeurstechnologie wordt rekening gehouden met eigenschappen van de buurt zoals de samenstelling van de woningvoorraad. Vervolgens wordt de buurtvoorkeur afgezet tegen het beschikbaar aanbod (restwarmte, geothermie, ect). Voor meer informatie over ETM zie de website van Quintel.
Heeft deze pagina u geholpen bij uw vraag?
Gerelateerde vragen
- Hoe gaat het Openingsbod om met het inzetten van hybride warmtepompen bij duurzaam gas?
- Wat is het handelingsperspectief voor buurten met uitkomst ‘duurzaam gas’ als er morgen of in 2030 nog onvoldoende groen gas beschikbaar is?
- Wat omvat de ruime en beperkte beschikbaarheid van hoge temperatuur restwarmtebronnen in de energietoekomsten?