❮ Terug naar Persberichten
- Over Stedin
- Pers en media
- Persberichten
- Elektriciteitsnet Nootdorp en deel Ypenburg vol
Rotterdam, 1 december 2023
Het elektriciteitsnetwerk in Waarder en Driebruggen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk bereikt de maximale capaciteit voor grootschalig gebruik van stroom. Dit heeft gevolgen voor met name grote bedrijven die een nieuwe aansluiting willen of hun huidige aansluiting willen uitbreiden. Deze aanvragen komen op een wachtlijst. Huishoudens en kleine ondernemers worden niet geraakt. Zo kunnen warmtepompen nog steeds worden geïnstalleerd en nieuwsbouwwoningen worden aangesloten.Sinds begin 2023 is in de dorpen Waarder en Driebruggen het gevraagd vermogen om stroom af te nemen meer dan verdriedubbeld. Deze aanvragen zijn voornamelijk voor initiatieven om snellaadstations voor elektrisch vervoer mogelijk te maken. De abrupte toename in het aantal aanvragen kan het gevolg zijn van netcongestie in de provincie Utrecht, waardoor initiatieven worden verplaatst naar plekken waar nog wel netruimte is. Netbeheerder Stedin gaat samen met grootverbruikklanten onderzoek doen naar het beter benutten van het net. Door stroomverbruik beter op elkaar af te stemmen, kunnen grote pieken in stroomgebruik worden voorkomen. Zo kan mogelijk ruimte ontstaan voor bedrijven die anders op de wachtlijst terecht komen. De structurele oplossing is een nieuw elektriciteitsstation in Driebruggen en het verzwaren van kabelverbindingen die lopen langs Waarder en Driebruggen.
Schuiven met stroomverbruik
Maarten Bijl, regiodirecteur Stedin:“De krapte op het elektriciteitsnet wordt helaas op steeds meer plekken voelbaar. Ook in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Om de capaciteit van het huidige net zo goed mogelijk te benutten, gaat Stedin samen met grote ondernemers om tafel om na te gaan of zij kunnen schuiven met hun stroomverbruik. Tegelijk werken we natuurlijk hard aan het uitbreiden en verzwaren van onze infrastructuur. Dit kost tijd en vraagt de nodige ruimte. Daarover zijn we in goed gesprek met de gemeente en grondeigenaren, zodat economische groei en duurzaamheidsinitiatieven kunnen doorgaan.”