Veelgestelde
vragen
Welke voorwaarden gelden voor A1-aansluitingen?
Voorwaarde 1: Doelgebruik van de aansluiting
Voorbeelden:
- Openbaar vervoer (metro, tram, trolley, trein)
- Mijnbouwkundige activiteiten
- Telecommunicatie- en kabelnetwerken
- Openbare verlichting of verkeersregelinstallaties
- Watertransport of distributie, zoals bemaling, zuivering of riolering
Voorwaarde 2: “Organisatorische eenheid” van de klant
Voorbeeld: De organisatorische eenheid houdt zich in hoofdzaak bezig met een van de activiteiten onder 1.
Voorwaarde 3: Bedrijfsvoering op fysiek geïntegreerde basis
Voorbeeld: De kleinverbruikaansluitingen, zoals bedoeld in de eerste twee criteria hebben hetzelfde doel. Het is als het ware 1 aansluiting.
Voorwaarde 4: Beschikbaar gesteld vermogen van groep aansluitingen ≥ 2 MVA
Het beschikbaar gesteld vermogen is de vermenigvuldiging van de zekeringswaarde en het voltage.